Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) navigeert u in 2025 door een perfecte storm van fiscale complexiteit. De regels rondom het DGA-salaris 2025 zijn niet alleen aangescherpt; de Belastingdienst heeft ook de handhaving opgevoerd na een onderzoek waaruit bleek dat de schatkist miljarden misloopt door onjuist vastgestelde salarissen. De angst voor een naheffing is hierdoor reëler dan ooit.
Tegelijkertijd is de strategische afweging tussen salaris en dividend exponentieel complexer geworden. De oude wijsheid "houd je salaris zo laag mogelijk" is een gevaarlijke oversimplificatie die duizenden euro's kan kosten. De nieuwe interactie tussen uw dividenduitkering en uw heffingskortingen creëert een verborgen belastingdruk die veel adviseurs over het hoofd zien.
Dit artikel is uw strategische draaiboek. We gaan verder dan de basisregels. We ontrafelen de complexiteit, bieden concrete strategieën voor het vinden van uw fiscale 'sweet spot' en laten zien hoe u de gebruikelijkloonregeling, zoals vastgelegd in de wet, transformeert van een verplichting naar uw meest krachtige instrument voor financiële optimalisatie.
Voordat we kunnen optimaliseren, moeten we de basisregels beheersen. De gebruikelijkloonregeling, wettelijk verankerd in artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964, is ontworpen om te voorkomen dat u zichzelf een te laag salaris uitkeert om zo de winst als (vaak lager belast) dividend op te nemen.
Volgens de richtlijnen van de Belastingdienst, gebaseerd op artikel 12a Wet LB, moet uw gebruikelijk loon ten minste gelijk zijn aan het hoogste van de volgende drie bedragen:
1. Het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking: Wat zou een werknemer zonder uw aandelenbelang verdienen in een vergelijkbare functie? Dit is vaak het meest discussiegevoelige punt waar een goede onderbouwing cruciaal is.
2. Het loon van de meestverdienende werknemer: Het salaris van de best betaalde medewerker binnen uw BV of een verbonden vennootschap.
3. Het normbedrag: Voor 2025 is dit, net als in 2024, vastgesteld op een minimum van € 56.000 bruto per jaar.
In de praktijk betekent dit dat als het loon van een vergelijkbare functie op € 80.000 wordt geschat, u uzelf ook een salaris van € 80.000 moet toekennen, ook al is de meestverdienende werknemer € 65.000 en het normbedrag € 56.000. De hoogste van de drie is leidend.
Een veelgemaakte fout is om alleen naar het bruto maandsalaris te kijken. Voor de fiscus tellen andere looncomponenten echter ook mee, wat u strategische ruimte geeft. Denk hierbij aan:
● De bijtelling voor de auto van de zaak: De fiscale waarde van het privégebruik van uw zakelijke auto wordt beschouwd als loon.
● Loon in natura: Zaken als een door de BV betaalde telefoonrekening of andere vergoedingen.
● Individualiseerbare eindheffingslonen: Bepaalde vergoedingen en verstrekkingen die onder de werkkostenregeling (WKR) vallen, mits ze direct aan u als DGA toe te wijzen zijn.
Stel, uw vastgestelde gebruikelijk loon is € 65.000. Heeft u een auto van de zaak met een jaarlijkse bijtelling van € 11.000? Dan hoeft uw reguliere brutosalaris nog maar € 54.000 te bedragen om aan de regels te voldoen. Dit is een essentieel onderdeel van de fiscaal voordeel DGA strategie.
Nu de compliance-basis helder is, verschuiven we de focus naar het domein van de financieel strateeg. Hoe navigeren we door de regels om uw totale belastingdruk te minimaliseren? Het antwoord ligt in de loon-dividendoptimalisatie.
"Zodra je weet waar jouw fiscale 'sweet-spot' ligt, wordt je DGA-salaris opeens een interessant spelletje."
- Jonah Kacou, financieel strateeg bij Boekhouder Digitaal
De belangrijkste wijziging voor 2025 is dat uw inkomen uit Box 2 (dividend) voortaan meetelt voor de afbouw van de algemene heffingskorting in uw Box 1-aangifte. Dit betekent dat een dividenduitkering uw belastingkorting op uw salaris kan verlagen, waardoor u daar méér belasting betaalt.
De effectieve belastingdruk op uw dividend is hierdoor hoger dan het nominale Box 2 dividendbelasting tarief van 24,5% (tot € 67.804) of 31% (daarboven). De optimale verdeling tussen salaris en dividend is geen standaardformule meer; het is een wiskundige puzzel die voor elke DGA een andere uitkomst heeft. Een op maat gemaakte berekening is essentieel om te voorkomen dat u duizenden euro's laat liggen.
Voor veel groeiende ondernemers is de overstap van een eenmanszaak naar een BV een grote stap. De DGA-salarisregels kunnen daarbij als een rigide verplichting voelen. Maar met de juiste strategie wordt het juist een instrument voor controle, zoals een van onze cliënten ontdekte:
"Als zorgverlener twijfelde ik over de overstap naar een BV, omdat ik op het fiscale omslagpunt zat. De adviseur van Boekhouder Digitaal liet me zien hoe de wisselwerking tussen salaris en dividend juist voor vrijheid zorgt. Ik bepaal nu zelf wanneer ik extra geld uit de zaak onttrek en dus meer belasting betaal, en wanneer ik precies onder die ‘sweet spot’ blijf. Die controle over mijn financiële planning is onbetaalbaar."
- Een klant van Boekhouder Digitaal
De realiteit voor 2025 is: documentatie is uw nieuwe zekerheid. De Belastingdienst heeft de makkelijke uitwegen, zoals de doelmatigheidsmarge, afgeschaft. Als u wilt afwijken van de hoofdregels uit artikel 12a Wet LB, moet u een waterdicht dossier opbouwen. De bewijslast ligt volledig bij u.
1. De Startende of Verlieslijdende BV
Is de winst te laag om het minimumsalaris te betalen? Een verlaging is mogelijk, maar alleen
als u kunt aantonen dat de continuïteit van de onderneming structureel in gevaar komt. Een incidenteel verliesjaar is onvoldoende. Uw onderbouwing moet bestaan uit financiële prognoses en het bewijs dat er geen grote privé-onttrekkingen zijn gedaan die suggereren dat de ruimte er wél was.
2. De Parttime DGA
De mythe dat u het normbedrag van € 56.000 simpelweg naar rato mag verlagen, is een gevaarlijke misvatting. U moet aannemelijk maken dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking voor een vergelijkbare parttime managementfunctie ook daadwerkelijk lager zou zijn. Dit vereist marktonderzoek naar salarissen en een duidelijke vastlegging in uw managementovereenkomst.
3. De Afroommethode (voor specialisten)
Voor DGA's wier omzet bijna volledig afhangt van hun persoonlijke arbeid (zoals consultants of advocaten), kan de 'afroommethode' een optie zijn. Hierbij wordt het salaris gebaseerd op de omzet, minus kosten en een redelijke winstmarge. Dit is een geavanceerde techniek die altijd overleg met een fiscaal specialist vereist.
De gebruikelijkloonregeling voor 2025 is meer dan een administratieve horde; het is een complex strategisch vraagstuk met directe impact op uw netto-inkomen. De toenemende controle en afnemende flexibiliteit maken een proactieve, datagedreven aanpak onmisbaar.
De belangrijkste inzichten:
● Compliance is het startpunt, niet het einddoel. Voldoen aan de € 56.000-norm is slechts de eerste stap.
● Documentatie is uw beste verdediging. Voor elke afwijking van de norm, zoals vastgelegd in de wet, is een ijzersterk, schriftelijk onderbouwd dossier cruciaal.
● De salaris-dividend afweging is puur maatwerk. De "verborgen belastingdruk" vereist een persoonlijke berekening om uw fiscaal meest optimale route te bepalen.
Het simpelweg toepassen van een standaardregel kan u duizenden euro's per jaar kosten. Bent u klaar om uw DGA-salaris te transformeren van een hoofdpijndossier naar een krachtig instrument voor financiële groei?